De meeste Holga’s gebruiken een plastic meniscuslens met een brandpuntsafstand van 60 millimeter en een bereik van 1 meter tot oneindig. Er zit een knopje op de Holga welke in twee standen gezet kan worden: zonnig en bewolkt. Deze schakelaar heeft echter geen effect. Er is slechts één (bewolkt opening met een diafragma f/13, hoewel je deze schakelaar makkelijk zelf kunt wijzigen om er twee bruikbare openingen van te maken.
Zoals bij alle meniscuslenzen ligt bij de Holga de nadruk op soft focus en chromattic aberration. Andere Holga modellen beschikken over een eenvoudige glazen lens, maar zijn voor de rest identiek gebouwd. De bijna volledige cirkel van licht die de lens projecteert, wordt door de Holga gevangen op de film, wat zorgt voor de typische onscherpte aan de randen en scherpte in het midden van de foto, het zgn. vignetting.
De oudere Holga modellen bevatten een frame insert van 6×4,5 cm, terwijl de nieuwere modellen een extra frame insert 6×6 cm bevatten. Fotograferen zonder frame insert levert negatieven met een verhouding van ongeveer 6×6 cm.De doordraaimogelijkheid van het filmrolletje en de sluiter werken onafhankelijk van elkaar, waardoor het mogelijk is om multi exposures te maken. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de LC-A, waarbij dit gelijktijdig gebeurt.
De Holga heeft charmante eigenschappen en is aandoenlijk onvolmaakt. Toch is het goed om met deze karaktereigenschappen rekening te houden om niet dat ene geweldige shot jammerlijk te zien mislukken door een van deze nukken. Zo kunnen de twee penlite batterijen die voor de flitser gebruikt worden gemakkelijk loslaten en gaan rondzwerven in de camera. Hiervoor hebben ze, als ze eenmaal zijn ontsnapt, meer dan genoeg ruimte. Hiernaast zie je hoe een batterij voor de film is komen te liggen. Zet de penlites dus altijd vast met tape, of klem ze met een stukje karton van een filmdoosje.